Oog voor Lekkers steunt mee ... met gezonde tips voor thuis!
Oog voor Lekkers mist de gezonde tussendoortjes op school… maar hoopt uiteraard dat leerlingen en leerkrachten het goed stellen, net als alle andere medewerkers en hun familie! Tegelijk is deze gezinstijd samen een gouden kans om jullie goede eetgewoontes kracht bij te zetten. Leentje Vervoort, postdoctoraal onderzoeker in de klinische ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Gent, geeft alvast enkele tips.
Geef het goede voorbeeld
Leentje Vervoort: “Tot de leeftijd van 11 à 12 jaar zijn ouders een rolmodel. Vanaf de middelbare school komt er andere beïnvloeding bij, zoals door leeftijdsgenoten. Maar het goede voorbeeld geven is de beste basis die een kind kan meekrijgen. Dat geldt voor wat je eet, maar ook voor de hoeveelheid voeding of de manier waarop je eet. Denk aan gezinnen die samen ontbijten en ’s avonds samen aan tafel zitten… of aan families die net voor de tv schuiven. Ik wil niemand met de vinger wijzen – tuurlijk gebeurt het al eens dat je ’s morgens gehaast rondloopt met een boterham in de mond – maar over het algemeen nemen kinderen wel gewoontes over.”
Laat proeven… opnieuw en opnieuw
“Gemiddeld moeten kinderen 10 tot 15 keer iets proeven voor ze de smaak leren appreciëren. Daarom kan je als ouder niet genoeg blijven aanbieden, opnieuw en opnieuw. Proeven omvat trouwens veel meer dan we denken: kijken naar voedsel, de textuur aftasten, ermee spelen, je lippen eraan zetten, het in de mond nemen… dat is allemaal proeven. Voedsel inslikken is de laatste stap. Ouders zijn vaak pas tevreden als hun kindje die hap doorslikt, maar dat hoeft in de eerste fase nog niet. Ook nieuwe groenten proeven en terug uitspuwen, is al positief. Het proefproces verloopt in fases, beetje bij beetje, en het is belangrijk dat ouders elke stap aanmoedigen.”
Maak wat gezond is makkelijk bereikbaar, wat ongezond is moeilijker
Wat met sluwe pubers? Hoe stuur je hun eetgewoontes best bij? “Ook voor hen geldt: geef zelf het goede voorbeeld. En wees ook niet te streng of onrealistisch. Ongezond mag, maar met mate. Als je zoon of dochter een zwak heeft voor chocoladetaart, dan is dat geen reden om totaal te bannen. Leg rustig uit dat hij of zij niet elke dag een stuk kan eten, maar wel een keertje per week bijvoorbeeld. Begeleid je kind en maak wat gezond is ook makkelijk bereikbaar. Dus zet die fruitschaal gerust op de salontafel… en de snoeppot ergens hoog in de kast!”
Vermijd een machtsstrijd
Een gouden tip: laat je als ouder niet meeslepen door geruzie of machtsspelletjes. Leentje Vervoort: “Dat is een strategie die vaak terugkomt, ja, dwang uitoefenen op je kind, maar vaak werkt dat tegendraads. Genre ‘je blijft aan tafel tot je bord leeg is’. Probeer forceren te vermijden als je goede voedingsgewoontes wil aanleren. Het best is om je kind zo neutraal mogelijk iets aan te bieden. In vaktaal noemen we dat ‘geen valentie toevoegen’. Dus, in plaats van ‘goed dat je je twee boterhammen op hebt’ zeg je beter ‘fijn dat je met smaak hebt gegeten’. Idem voor ‘eet je groenten op, laat je vlees dan liggen’. Dat helpt allemaal niet. Probeer zo weinig mogelijk aandacht te geven aan wat je kind eet en communiceer zo neutraal mogelijk. Wel beslissen ouders nog altijd wat een kind eet, waar en wanneer. De hoeveelheid mag een kind vervolgens zelf bepalen. Zo leren kinderen zelf ervaren hoeveel voeding ze nodig hebben om voldoende energie te hebben tot de volgende maaltijd. Als je als ouder een hoeveelheid oplegt, ga je voorbij aan deze signalen, en leer je je kind niet naar zijn of haar lichaam te luisteren.”